Voor mijn scriptie deed ik onderzoek naar hoe vooraanstaande katholieken tijdens de Republiek poogden hun stand op te houden in een land waar zij waren uitgesloten van bestuurlijke ambten en politieke invloed.

Mijn belangstelling voor dit onderwerp werd gewekt in een doctoraal werkcollege over de Opstand in het Noorderkwartier. Daarvoor deed ik onderzoek naar de Hoornse advocaat Jan Jeroensz van der Laen, een vooraanstaand katholiek. Hij was in de jaren 1570 gefolterd op beschuldiging van landverraad, maar doorstond de martelingen. Vervolgens klaagde hij zijn beulen aan bij het Hof van Holland, met succes. Hij overleefde de nachtmerrie ruim een halve eeuw en werd een rijk man dankzij investeringen in de handel.

Nieuwsgierigheid naar zijn afkomst en zijn nakomelingen – die katholiek bleven en de herinnering aan hun voorvader levend hielden – leidde tot een onderzoek naar de katholieke elite tijdens de Republiek. De lijdensweg van de jonge Jan Jeroensz is magistraal beschreven in het boek van Henk van Nierop.

Vermoedelijk katholieke familie op bedevaart in Heiloo. Schilderij door Gerrit de Jongh, De Capel van Ons Lieve Vrouwe te Runcxputte te Heyloe in Oesdom, 1630
Vermoedelijk katholieke familie op bedevaart in Heiloo. Schilderij door Gerrit de Jongh, De Capel van Ons Lieve Vrouwe te Runcxputte te Heyloe in Oesdom, 1630